Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Zo zal ik ook mijn mond niet wederhouden, ik zal spreken in benauwdheid mijns geestes; ik zal klagen [34]in bitterheid mijner ziel. 33. De zin is, naardien het leven des mensen in het algemeen vol ijdelheid en katijvigheid is, en ik mij in het bijzonder nog daarenboven in deze extra- ordinaire droefheid bevind, zijnde beroofd van alle tijdelijke welvaart en vertroosting, zo moet ik tenminste mijn treurig gemoed door den mond ontledigen. 34. Dat is, in zeer grote droefenis des harten. Zie 2 Kon.4:27.